Kerstnacht (Mensingeweer)

Preek Kerstnacht 2014 - Mensingeweer

Lezen: Jesaja 60:1-6 en Matteüs 2,1-15a

Ik mag graag naar de sterrenhemel kijken, hier kan dat nog, er is vrijwel volstrekte duisternis. Op 14 december 's avonds was er aan de westelijke hemel iets bijzonders te zien: vallende sterren, achter elkaar, de geminiden genoemd, omdat je ze kon zien in het sterrenbeeld Tweelingen. Toen ik er drie had gezien, ben ik naar binnen gegaan, want er moest voor anderen ook nog wat overblijven om te wensen, maar die drie had ik in elk geval binnen. Ze zijn ook allemaal uitgekomen kan ik wel verklappen!

Het mooie van de sterrenhemel vind ik al die constellaties die rond de poolster draaien, de grote beer, het steelpannetje dat iedereen kent, en het heel jaar door zichtbaar is, maar nu vooral Orion, de strijder, groots en majestueus; als je straks de kerk uitloopt moet je maar eens naar de oostelijke hemel kijken, richting Winsum, het kan niet missen.

En al die sterren doen me denken aan een gedichtje dat ik ooit in de spullen van mijn vader vond, geschreven op een envelop.

Ideals are like stars: you'll never succeed in touching them. But like the seafaring man on the desert of waters, you choose them as your guides, and following them, you'll reach your destiny.

Idealen zijn als sterren, 't zal je nooit lukken om ze aan te raken. Maar net als zeelui op het eindeloze water, kies je ze als je gids, en zo zul je je bestemming bereiken.

Deze tekst heeft me altijd gesteund in moeilijke tijden: ga terug naar wat je idealen zijn, of wat ooit je idealen waren, stof ze af, en het worden richtingwijzers. Het gekke is natuurlijk dat sterren heel ver weg zijn, maar dat de vindplaats van idealen je eigen hart is, heel dichtbij. Alleen ben je ze soms kwijt, door teleurstelling, angst, of verdriet. In oude culturen vielen ze samen: sterren en idealen. En wie iets bijzonders aan de hemel zag beschouwde dat als een teken van iets hogers.

Wij wantrouwen dat een beetje, want we leven in een wereld waar alleen maar dat echt is wat je kunt tellen, meten en wegen. dat gebeurt al heel vroeg: kleuters moeten al een toets doen om zo gauw mogelijk te zien of ze de boot niet missen. Vroeger was het onderwijs iets wat vroeg om bevlogenheid, om passie, nu moet je vooral goed kunnen rekenen: haal ik mijn doelen wel? Wijkt het kind niet teveel af van de normgrafiek? Voldoe ik aan de van tevoren vastgestelde eindtermen? De mens als computer, input ? output. Voorspelbaar en uniform. Waar blijft z'n ideaal, z'n creativiteit, z'n bevlogenheid?

Die koningen uit het oosten hadden iets gezien: het waren astrologen, kenden geen bijbel, geen kerk, Ze vertrouwden maar op één ding: hun intuïtie. Dat betekent inzicht. Dat inzicht is onze innerlijke toto die diep van binnen weet wat voor kant je op moet. En nee, dat kun je allemaal niet bewijzen met de precisie van een meetinstrument. Maar je weet het met de zekerheid van je gevoel, zoals je van je liefde of je vriendschap zeker bent vanuit je gevoel. Dat kun je ook niet 'bewijzen'.

Hun wereld staat hier lijnrecht tegenover de wereld van macht en van wetenschap. De wereld van Koning Herdoe, met z'n angst om z'n macht te verliezen, en die de wetenschap alleen maar raadpleegt om de wereld van het gevoel en van intuïtie de kop in te drukken.

Het is de strijd, ook vandaag, van twee krachten: 1) van wat we in de krant lezen aan ellende, wat ons terneerdrukt en angstig maakt, en 2) wat we aan warmte en idealen aantreffen in ons eigen hart.

Die kennis noemen we goddelijk, omdat hij ons eigen ik te boven gaat, en ons verbindt met alle andere mensen. Diep in élke mens ligt die godskennis verborgen, of hij nou gelooft of niet, en welke religie of welke kerk hij ook aanhangt. Godskennis is universeel. In Jezus herkenden die wijzen uit het Oosten de mens die die universele godskennis openbaar zou maken, voor iedereen toegankelijk. Ieder mens een kind van God, als je maar wilt.

Maar niet iedereen wil. Herodes wil duidelijk niet: hij zit vast aan eigen macht, eigen gelijk, eigen wijsheid: elke andere mens is een concurrent, een bedreiging. Dus: weg ermee. Doden, doodzwijgen, negeren. Herodes moordt z'n hele familie uit. Alléén IK besta. IK ben m'n eigen god. Eenzaamheid is wat overblijft, het klatergoud van een opgeblazen ego, de zelfgekozen gevangenis van schuld, van angst en pijn, waarbij alles altijd de schuld is van een ander. Dat is de hel. Daar ís geen plaats voor geloof, hoop en liefde.

En de vraag is: waardoor laten wij ons leiden? Door vast te houden aan hoe het gaat, hoe het altijd gegaan is, en altijd wel zal blijven gaan? Of door hoe het zou kunnen gaan? Dankzij de mogelijkheden en de idealen die er ook zijn, in ieder van ons?

Het kind in de kribbe staat symbool voor die mogelijkheden en idealen, voor de hoop die er ondanks alles is. Dát hebben de koningen uit het Oosten gezien, en dat kunnen wij ook zien, als we maar de goede ster volgen. En dan wordt, als door een wonder, onze angst, ons verdriet en onze pijn getransformeerd in geloof, hoop en liefde. in goud, wierook en mirre.

Dat is geen garantie, en het gaat ook niet zomaar. In de Omloop van deze maand staat een heel indrukwekkend verhaal van Marjan Sonke, waarin zij, sadder and wiser, schrijft:

beiden, liefde en hoop zijn blind. Hoop geeft je de illusie dat het beter kan worden en liefde laat je dingen accepteren die niet goed zijn. Het zijn geen goede sterren om bij te varen, maar om zonder ze te varen is ook onmogelijk...

Nee, inderdaad, je kunt niet zonder. En soms moet je er veel voor opgeven. Maar dan krijg je er ook weer veel voor terug: Daarom nog één citaat:

Opnieuw beginnen lijkt iets onmogelijks, omdat het lijkt alsof je er zoveel voor moet opgeven. Daarom is alles kwijtraken soms een goede manier om nog eens te kijken naar wie je echt bent, en niet wat omstandigheden van je hebben gemaakt. Die luxe is mij overkomen.

En dan wordt er – gelukkig maar – toch weer een nieuw ideaal geboren, is er toch weer toekomst. Ook voor Marjan. Voor haar is het Mensingeweer: een toevallige vondst, een nieuw begin... er gaan dingen komen.

Mocht je nou straks gegrepen worden door de schoonheid van de sterrenhemel, dan hoop ik dat je ook even stilstaat bij de schoonheid van je innerlijke sterrenhemel: je idealen, je vuur en je enthousiasme. Dat dat opnieuw geboren mag worden.

Ds. Ignace Frénay

In deze dienst deed ook Ousman Sanyang zijn verhaal over het Gambiaproject waar hij bij betrokken is. Zie www.stichtinggambiaproject.nl, en de nieuwsbrief op www.hogelaand.nl/kerstnacht/ousman.pdf.