Preek 21 december 2014

In deze dienst werden gedoopt: Majan Drent-Pietens, geboren 16 juli 1990 te Groningen, en Elynn, geboren op 21 augustus 2014 te Groningen, dochter van Wilfred en Majan Drent-Pietens.

Lezen: Samuel 7,1-16 en Lucas 1:26-38

Twee weken geleden begon ik de preek met de vraag of iemand van u wel eens tegen God had gepraat, en of hij ook wel eens had teruggepraat. Ik vroeg toen of u daarbij uw hand wilde opsteken. De reacties waren wat aarzelend, maar ik moet toegeven dat het ook wel een beetje gemeen van mij was om u zó voor het blok te zetten met een toch wel hele persoonlijke vraag. Ik zal het nooit meer doen.

Maar groot was mijn vreugde toen ik in de lezing van vandaag zag dat het inderdaad kan gebeuren dat God tegen een mens praat, namelijk tegen Maria. Hij doet dat via een boodschapper: een engel met de naam Gabriël, dat betekent vriend van God. Die scene is beroemd omdat hij in alle tijden is geschilderd. En zojuist hebben we hem ook gezien, bij de verbeelding voor de kindernevendienst.

We zien de engel en Maria. Een paar dingen zijn op die schilderijen heel opmerkelijk: ze zijn altijd met z'n tweeën, Maria en de engel, er is nooit iemand anders bij, ja hooguit een duif, of nog wat engelen, een enkele keer staat God de Vader erbij, of een opschepperige bisschop die de opdrachtgever was voor het schilderij, en zichzelf naast de engel had geplaatst. Verder wordt Maria afgebeeld terwijl ze in zichzelf is gekeerd: ze bidt, of ze leest in een boek, heel soms is ze met de was bezig. Maar in elk geval loopt ze niet in een drukke winkelstraat, of is ze in groot gezelschap.

Blijkbaar is er een zekere inkeer nodig, willen wij de stem van God, van de engel, kunnen verstaan. Bert van der Woude zegt: "een engel brengt door zijn verschijning alles in beeld wat de ziel van de mens vleugels geeft." En om erachter te komen wat onze ziel vleugels geeft, is inkeer nodig, stilte, een huis waarin we onszelf kunnen zijn. Daarom is een van de kenmerken van een kerk dat het er stil is, dat je hooguit fluistert, dat je knielt, of een kaarsje aansteekt. Allemaal dingen die helpen om het lawaai van de buitenwereld buiten te sluiten en naar binnen te keren.

Maar voordat je dat innerlijk bereikt heb je een lange weg te gaan: alles wat afleidt moet opzij, alle gedachten en vragen die onrust geven, en alle kanten opgaan. Doe ik het allemaal wel goed? Ben ik het wel waard? Wat is nou echt belangrijk in het leven? Dat soort vragen. Maria was zó zuiver, zó authentiek, dat zij in haar binnenwereld ontvankelijk werd voor God, heel beeldend verwoord: zij werd zwanger van de heilige Geest.

Nou is Maria in de reformatie min of meer aan de kant gezet, maar de eeuwen door is zij beeld geweest van de kerk: de kerk als moeder, naast God de Vader. Ook van de kerk wordt verwacht dat zij zuiver is, ontvankelijk voor wat God zegt, en daarom valt het altijd zo vreselijk tegen als de kerk steken laat vallen.

Maar goed, daar heb ik het een andere keer wel weer over, vandaag gaat het erom dat de kerk het huis is van God, zoals Maria de zoon van God mocht huisvesten in haar innerlijk, vanuit inkeer, vanuit rust.
Nou ga ik eerst even terug naar Koning David. Die heeft eindelijk rust gekregen, z'n vijanden zijn verslagen en hij woont in een mooi paleis. En hij wil iets doen voor God, want het kan toch niet zo zijn dat hij in een paleis woont en God in een tent. Een nobel streven toch? Wij hebben tenslotte hier ook een nieuwe kerk neergezet.

Maar daarmee moeten we niet denken dat het bij óns vandaan komt! Nee, God ging eraan vooraf. Dat is wat David te horen krijgt van de profeet Natan. Wil jíj een huis voor mij bouwen? Nee, David, dat is de omgekeerde wereld: want Ik heb je bij de schapen vandaan gehaald, je bijgestaan in alles wat je ondernam. Ik heb je rust gegeven, en daarom ben Ík het die voor jou een huis bouwt!

Zo komt de menselijke trots te pas, en worden de zaken in de juiste verhoudingen gezet: daarom begint het verhaal van de aankondiging aan Maria in de hemel, bij God. Híj neemt het initiatief, en pas dan komt ons ant-woord. En hoe meer wij openstaan, hoe zuiverder wij zijn, des te eerder wij de stem van de engel zullen horen. En het antwoord van Maria is: "Zie, de Heer wil ik dienen, mij geschiede naar uw woord." Dan gaat de engel weg, en staat Maria er alleen voor. Maar het antwoord zal zij dragen; het zal vrucht dragen in Jezus haar zoon.

Wie belijdenis doet geeft ook ant-woord. Die zegt JA tegen God, omdat hij gelooft dat God eerst JA tegen hem heeft gezegd. Ons JA is niet het eerste woord, het is het ant-woord. Dat betekent ook dat wij vrij zijn om nee te zeggen.Stel je nou eens voor dat Maria nee had gezegd, dat ze die engel terug naar de hemel had gestuurd met de boodschap: aan mijn lijf geen polonaise, dan had de heilsgeschiedenis er toch echt heel anders uit gezien!

Ook wij zijn vrij om ja óf nee te zeggen.

Lieve Majan, jij zegt straks JA, en dat is een indrukwekkend antwoord, omdat het samenhangt met je eigen levensverhaal: je hebt ervaren dat God bij je was toen het moeilijk was, dat Hij je richting heeft gegeven, en uiteindelijk rust: een huis om in te wonen, een kerk om je in thuis te voelen, het gebed, waarin je je vreugde en je verdriet kunt delen met God.

En een kind, Elynn, als hoopvol teken voor je toekomst, samen met Wilfred, samen met Iris en Eva, en al die andere mensen die nu jouw nieuwe familie vormen. Ze zijn je gegeven, én je hebt ze gekozen. Je hebt ontdekt dat je het allemaal wel zélf moet doen, maar niet alleen, dat er altijd Iemand is die bij je is. Je eigen bevrijding ging gepaard met loslaten. Je hebt moeten ontdekken welke deuren je open doet, en welke je achter je sluit. Je hebt daarin je eigen keuzes gemaakt, geleerd jezelf te accepteren. Zo is je bestaan bevestigd en heeft het vaste grond gekregen. Van daaruit zul je ook anderen kunnen helpen om vaste grond onder de voeten te krijgen, alle mensen die aan je zorg zijn toevertrouwd.

Het vreemde is dat je dus eerst voor jezelf moet kiezen, voordat je er voor anderen kunt zijn. Dat is geen egoïsme, maar de realiteit van het grote gebod, en een samenvatting van de hele Bijbel: God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf. Want God heeft ons als eerste liefgehad: zijn liefde is ons fundament. En alles wat wij uit liefde voor anderen doen, komt uiteindelijk bij God vandaan. Daarom leren we Hem kennen in en door de mensen om ons heen.

Ook Elynn zal die liefde leren kennen, en jullie zullen haar opvoeden niet als je eigendom maar als een geschenk dat je uit de hemel hebt gekregen, en dat je beetje bij beetje moet loslaten om haar de kans te geven haar eigen weg te gaan, in antwoord op de liefde die ze heeft ontvangen. Ik wens jou, en ons allen toe dat we openstaan voor de geboorte van die liefde in ons en in de wereld. Niet alleen met Kerst, maar alle dagen van ons leven, tot in eeuwigheid.