In memoriam Jan Sikkema
* 18 maart 1922 - † 26 januari 2015
Lezen: Exodus 3:1-14
In een interview door Diane Beerlage van Goud Oud zei Jan Sikkema: "Ik lig warm in mijn eigen bed. En ik voel me veilig. In mijn vertrouwde kamer van het verzorgingshuis waar ik al heel lang woon. En elke dag weer die bekende gezichten om mij heen, die hier komen om mij te helpen. Ik denk dat ik straks even een kopje koffie ga drinken bij mijn zoon. Hij woont hier een paar straten verder op. Dit is de plek waar ik na 91 jaar de laatste dagen van mijn leven wil doorbrengen. Hier is het goed. Maar dan komt de boodschap dat het verzorgingshuis waar je woont gaat sluiten en dat betekent dat je je vertrouwde kamer uit moet. En dat betekent zelfs dat je je dorp uit moet."
In een paar zinnen zien we hier het maatschappelijk drama van de huidige ouderenzorg, en het persoonlijke drama van Jan Sikkema. Zo kwam hij in Winsum terecht, in Winkheem, en ondanks de liefdevolle verzorging wende het nooit: hij verwarde Winkheem soms met Warfheem, wist zeker dat op de plek van de boekenkast toch echt een deur zat, en dacht dat z'n vrouw in de andere kamer was. Het communiceren ging moeizaam, hij was erg doof geworden. Maar als het even kon wilde hij er wel bij zitten, en werd met een tillift uit bed getakeld. Eigenlijk ging z'n leven als een nachtkaarsje uit. Een rijk en kleurrijk leven, waarop we met dankbaarheid mogen terugkijken.
Voorbestemd om schilder te worden, nam z'n leven een andere wending. Hij zat in het verzet, en stencilde blaadjes die hij ook nog eens rondbracht. Het gevaar van verraad lag steeds op de loer. Eens toen hij aangehouden was met z'n fietstassen vol kranten, moest hij overgeven van angst. Hij maakte de duitsers wijs dat hij tyfus had, waarop ze hem naar de huisdokter stuurden, niet wetende dat dat juist de leider was van het plaatselijke verzet. Plaatselijke NSB-ers probeerden iedereen erbij te lappen die zich verdacht gedroeg, tot grote ergernis van de Duitse soldaten, want dan moesten ze 's nachts op pad.
Zo verborg Jan zich ooit tussen plafond en zolder, en ondanks de aanwezigheid van een speurhond werd hij niet gevonden. Wel moest hij zich in Usquert melden, hij ging - met een vals stempel op zijn Ausweis. De commandant was boos, niet op hem, maar op de NSB-ers die voor niks waren uitgerukt. Maar het wegvoeren van de joden was al een jaar eerder begonnen, in 1942. Ook in Warffum.
Op een dag was hij er op de Torenweg getuige van dat slager Van der Hal met vrouw en kinderen werd weggevoerd; het huilen en schreeuwen van de vrouw was voor hem het moment waarop hij als jongen van 20 besloot om in het verzet te gaan.
En hier kom ik bij het bijbelverhaal dat we zojuist hebben gehoord, het bekende verhaal van het brandende braambos. Mozes – tot op dat moment een gewone schaapherder, krijgt te horen dat God het klagen en roepen van zijn volk heeft gehoord, dat hij de onderdrukking door Farao niet langer neemt, en dat Mozes leiding moet geven aan het bevrijdingsproces.
Ik zie hier een parallel met wat Jan Sikkema is overkomen: ook hij hoorde het hulpgeroep, en begreep onmiddellijk dat hier iets gebeurde wat het daglicht niet kon verdragen, iets wat vroeg om verzet, omwille van de waarheid en de waardigheid van de mens.
De boodschap hiervan is: Wij zijn zélf Gods ogen en oren, en Jan Sikkema betrad op dat moment heilige grond, de heilige grond van het bedreigde leven dat uiteindelijk zou eindigen in de vernietigingskampen.
Daar zette hij zich voor in, ervan overtuigd dat niet de verraders het bij het juiste eind hadden, de NSB-ers, die zelfs in z'n eigen familie voorkwamen, maar juist degenen die zich verzetten tegen het onmenselijke regime. Hij kwam op voor menselijkheid, zoals God opkomt voor menselijkheid en bevrijding. Hij wás er voor de mensen, zoals God er is voor de mensen daarom luidt zijn naam: IK BEN ER, VOOR JOU.
Die stencilmachine van het verzet groeide uit tot een goedlopende drukkerij, en het is indrukwekkend om te weten dat deze gebeurtenis aan de basis ervan stond.
Levenslang verdiepte Jan Sikkema zich in de geschiedenis van de oorlog, in het hoe en waarom, sprak bij de 4 mei-herdenkingen, en zette zich in voor de oprichting van het gedenkteken. Geregeld was hij op het kerkhof te vinden, waar hij keek naar de 22 namen van de joden die in de oorlog waren omgekomen en die hij gekend had.
Hij sprak er niet over, althans niet met z'n kinderen, later wel met z'n kleinkinderen. En bovendien: hij had het veel te druk met de drukkerij, en het sigarenmagazijn, hij was een doener, geen prater. Het praten liet hij aan z'n vrouw over. Z'n inzet voor de gemeenschap, voor dorp en kerk, was enorm. Hij kreeg daarvoor, in 2003, terecht een lintje: kerk, politiek, handelsvereniging, ouderenbond, openluchtmuseum, schoolbestuur, wat al niet. Geen wonder dat z'n kinderen hem nauwelijks zagen.
Ondanks een zekere onhandigheid was hij uiterst intelligent, met een kenmerkende, onderkoelde humor; hij had een groot gevoel voor handel. Z'n investering in de modernste drukpers, en z'n aan- en verkopen van huizen getuigen daarvan: Torenweg, Noorderstraat, Hoofdstraat, Schoolstraat.
De Schoolstraat, waar hij ook z'n vrouw Truus had leren kennen, ze hielp bij de bakker, maar kwam zelf uit Losdorp. Vijfenzestig jaar waren ze getrouwd. Haar laatste jaren waren zwaar, en hij verzorgde haar zo goed en zo kwaad als het ging. Emoties toonde hij meestal niet, maar toch was het een diep voelend en meelevend mens: dat bleek toen z'n aanstaande schoondochter in Schotland verongelukte, en ook toen de kleine Lucas, nog maar net op deze wereld, zo plotseling heenging. Het raakte hem diep, en liet dat ook zien.
Z'n geloof maakte enerzijds deel uit van hoe het hoorde, maar eerlijk gezegd is dat het minst interessant. Veel indrukwekkender is hoe hij leefde, en wat voor keuzes hij maakte toen hij geconfronteerd werd met onrecht en verraad: uit z'n daden bleek z'n geloof. Zo trok God zijn spoor in het leven van Jan Sikkema, als voorbeeld om na te volgen, ook vandaag, nu de dreiging van anti-semitisme weer levensgroot aanwezig is. Dat zijn leven ons mag inspireren om ook de juiste keuzes te maken.