Achter het huis van mijn oudste dochter is een brandgang en ik kijk wel eens met verbazing naar de manier waarop de erfgrenzen daarin worden aangeven. De één bouwt de erf-afscheiding en de toegangsdeur heel netjes in dezelfde lijn als het stenen schuurtje dat ieder huis aan de achterzijde heeft, een ander plaatst het vrolijk 30 centimeter of meer de brandgang in. Je kan er nog steeds langs, maar ik vraag me wel eens af: moet dit nu zo?
Die vraag ging ook door mijn hoofd toen ik op 23 september in de Centrumkerk met veel aandacht luisterde naar Johan
Feitsma uit Zuidhorn. Feitsma is in Nederland bouwboer en hij is meerdere keren uitgezonden naar zijn collega's in het bezette gebied van Palestina om waar te nemen wat er met hen gebeurt. Al hun verhalen (en de verhalen van veel Israëlische boeren en burgers) maakten van hem een
vredesactivist. Feitsma vertelde hoe de Palestijnse boeren moeten leven met de MUUR: een barrière tussen henzelf en de Israëliërs. Net als in de brandgang is die MUUR niet recht. Hij loopt in grote bochten langs nederzettingen aan de Israëlische kant en daardoor komen er grote stukken
Palestijns grondgebied aan hun kant van de MUUR terecht. Officieel is het een veiligheidsmuur, geplaatst om het binnendringen van zelfmoordactivisten te voorkomen, maar in de praktijk is het hier en daar ook een annexatiemuur, een landjepik-muur. Veel boeren moeten nu een grens over om aan de andere kant van het eigen land te komen. Diverse checkpoints en roadblocks maken dat heel moeilijk. De ene keer mogen ze er na een half uur al langs, een andere keer staan ze uren te wachten. Soms moet groente, fruit en veevoeder eerst in kratten over een blokkade worden getild voor het aan de andere kant verder vervoerd kan worden. Veel boeren hebben al generaties lang eeuwenoude olijfbomen in hun bezit. Een olijfboom kan met gemak 1000 jaar worden, sommige zelfs wel 2000 jaar. Door de MUUR staan veel olijfbomen van de Palestijnse boeren aan de Israëlische kant. Met grote regelmaat worden aan die kant (zonder toestemming!) prachtige olijfbomen met bulldozers omgeduwd om ruimte te maken voor nieuwe nederzettingen. Anderhalf miljoen bomen zijn er zo al verdwenen. Dat de grond na een dergelijke vernielactie veel losse stenen laat zien rechtvaardigt zo'n actie zogenaamd aan de andere kant want het lijkt dan immers alsof de grond niet vruchtbaar is en de boer er toch niets aan heeft. Er zijn allerlei solidariteitsacties om de Palestijnse boeren hun olijfbomen terug te geven en Feitsma plantte met veel anderen onlangs nog 1600 nieuwe bomen. Dat de grond vruchtbaar is betekent niet altijd dat er ook een goede opbrengst zal zijn. Net als in de oude Bijbelverhalen is er nog altijd strijd om water. Aan de Israëlische kant mogen de boeren tot 400 meter diep boren om water, aan de Palestijnse kant mag dat maar tot een diepte van 200 meter. Met als gevolg dat het water aan de Palestijnse kant wegloopt naar de diepere
putten aan de overkant.
Hoe kan deze situatie veranderen? De gewone mensen willen vrede, gewoon leven maar Feitsma verwacht dat er pas iets kan gebeuren als de politici aan de top (aan beide kanten) anders gaan denken en doen. Hij citeerde tot slot de oproep van Desmond Tutu:
"Mijn dringende verzoek aan de mensen van Israël: Bevrijd jezelf door Palestina te bevrijden" en uit een artikel in Trouw van 2 augustus:
"Er liggen kansen die we moeten grijpen: niet over 5 jaar, maar nu".
Janny Prins