Op weg met Eef
Op weg met Eef is net een stripverhaal. Elke week in de 40-dagentijd komt er een nieuwe plaatje bij, Eef is een meisje dat helemaal alleen met de trein naar opa en oma gaat. Hoewel... Als je goed kijkt, zie je dat ze niet helemaal alleen is. Haar opa zit ook in de trein, maar hij verkleedt zich zodat ze hem niet herkent. Als wij op weg gaan naar Pasen, lijken we een beetje op Eef. We zijn onderweg, we weten nog niet precies wat we onderweg zullen meemaken. Maar als we goed kijken, zien we dat er steeds al iets van Pasen te zien is. Je kunt op weg gaan naar het feest van het nieuwe leven, maar dat leven gaat ook steeds al een beetje met je mee. Wie zijn handen opent, krijgt daar iets van te zien.
Op de eerste zondag staat Eef op het perron. Ze houdt haar hand achter haar oor: ze luistert naar wat er gezegd wordt. In het Bijbelverhaal (Marcus 1: 12 - 15) over Jezus in de woestijn is de vraag naar welke stem Jezus luistert. Hij gaat de weg die God hem wijst.
Op de tweede zondag vangt Eef een glimp op van haar opa. Maar net als ze hem aan wil tikken, is hij alweer weg. In het Bijbelverhaal (Marcus 9: 2 - 10) zien Jezus en de leerlingen Mozes en Elia. Maar dat kunnen ze niet vasthouden, het is ineens weer voorbij.
Op de derde zondag zien we Eef in de trein zitten. Er komt een meneer met een bak vol fluitjes. Maar het is een stilte-coupé! Eef helpt met opruimen. (De meneer is eigenlijk haar opa, maar dat ziet ze niet.) In het Bijbelverhaal (Johannes 2: 13 - 22) gaat Jezus naar het tempelplein. Hij maakt duidelijk dat dit geen plek is voor handel en lawaai, maar voor openheid en gebed.
Op de vierde zondag ontdekken we dat Eef niets te eten bij zich heeft. Gelukkig krijgt ze een broodje. In het Bijbelverhaal (Johannes 6: 4 - 15) zitten vijfduizend mensen in het gras, met geopende handen om te ontvangen en te delen.
Op de vijfde zondag komt er een meneer (eigenlijk haar opa, maar dat ziet ze niet) tegenover Eef zitten. Hij heeft een vaas bij zich met een bloembol. Eef legt uit dat hij die bloembol beter in de grond kan stoppen. In het Bijbelverhaal vertelt Jezus over de graankorrel die moet sterven om leven te geven. Door dingen los te laten, kan er iets nieuws ontstaan.
Op de zesde zondag komt Eef aan op het station. Ze zwaait naar opa. Wat is ze blij om hem te zien! In het Bijbelverhaal wordt verteld over Jezus die opgaat naar Jeruzalem. Hij wordt door de mensen begroet.
Met Pasen zien we hoe Eef haar opa begroet: ze slaat haar armen om hem heen, ze wil hem het liefst nooit meer loslaten. In het Bijbelverhaal horen we hoe Maria haar Heer ontmoet.