* 1 januari 1930 - † 12 april 2014
Lambert Joling werd in Marum geboren in het gezin van Harm Joling en Jantje Dijkinga. Hij groeide op op Maarhuizen, een paar kilometer buiten Winsum.
17 april 1958 trouwde hij met Rica Plagge, ook uit Winsum. Rica haar vader werkte bij boer Wijk. Daar werkte ook Lambert Joling. Lambert kwam af en toe bij de fam. Plagge thuis, schoof aan bij het spelletjes doen. Maar of hij echt voor de spelletjes kwam.....
Na hun trouwen zijn ze aan de Borgweg gaan wonen. Daar zijn hun kinderen Swanhilde en Harm geboren en pasten ze later als opa en oma op op de kleinkinderen. Rica overleed in 2009.
Lambert Joling, eerst tractorchauffeur, werd later chauffeur op de allergrootste tankauto van Shell. Heel af en toe mochten de kinderen even een rondje mee, maar dat gebeurde niet vaak, want eigenlijk mocht het niet.
Zijn tuin zag er altijd keurig netjes uit. Bladeren werden direct opgeruimd, die hoorden er niet. Zo was het aan de Borgweg, maar ook op zijn volkstuin aan de Wierdaweg. Daar werd van alles verbouwd voor eigen gebruik, maar ook om weg te geven.
Lambert Joling bewaarde alles. Het kon misschien nog een keer weer van pas komen. Kleren deed je pas weg als ze echt versleten waren, maar dan wel eerst de knopen eraf en de ritsen lospeuteren, want die waren nog best weer te gebruiken. Het kwam goed uit dat zijn vrouw Rica veel van naaien hield.
Al een aantal jaren was Lambert Joling afhankelijk van extra zuurstof. Zijn tankje ging overal met hem mee, ook in de scootmobiel. Een plek aan zijn lip bleek enige tijd geleden kwaadaardig. De behandelingen deden echter meer kwaad dan goed. Hij bleef positief. Nog maar kort geleden zei hij: "t Wordt wel wat beter".
Er echt over praten, dat hield hij af. Hij uitte zijn gevoelens moeilijk, was een binnenvetter, kropte op. Dat was voor mensen in zijn omgeving niet altijd even gemakkelijk, zeker niet voor zijn vrouw Rica.
Lambert Joling groeide op in de gereformeerde kerk. Een kerk die voor hem vooral was: dingen die moesten en andere dingen die beslist niet mochten. Hij liet zich dat niet opleggen. Of geloof, wat geloof voor hem in zijn leven heeft betekend, hij uitte het niet.
De afscheidsdienst was vrijdag 18 april, Goede Vrijdag. De dag waarop we er aan denken dat Jezus aan het kruis werd gehangen. Jezus die daarmee heeft gezegd: "Ik zet een Kruis door dat wat in je leven niet goed gegaan is". Jezus die drie dagen later opstond uit het graf: door het donker heen naar het Licht. We zongen: "Er is een land van louter licht".
In de afscheidsdienst stonden woorden centraal, die zijn vrouw Rica ergens had gelezen en in haar dagboekje had opgeschreven:
"Zij die we liefhebben, gaan niet weg
Zij lopen naast ons, elke dag
Ongezien, ongehoord, maar altijd daar
Nog steeds geliefd, nog steeds gemist
Oneindig dierbaar...."
Els Prins – Duisterwinkel