(*9 mei 1935 - † 21 mei 2021)
Froukje Mellina Horinga werd geboren in Sebaldeburen als dochter van een meelhandelaar en zijn vrouw. Ze was er een van de 5 kinderen. Als oudste meisje moest ze met 14 jaar van school om thuis te helpen en huishoudelijk werk te doen bij een aantal domineesgezinnen en een schooljuf. Later kreeg ze een betrekking als schoonmaakster in het Academisch ziekenhuis en ging ze op kamers in Groningen. In die tijd kreeg ze contact met Gaaije Lubbers.
In 1967 trouwden Froukje en Gaaije. Vanaf dat moment woonde en werkte ze op de boerderij tussen Sauwerd en Winsum. Al snel werden ze een gezinnetje. In 1968 werd Sietske geboren en in 1970 Harry. Het was hard werken, de koeien en schapen, het maaien en hooien.
Naast de zorg voor de kinderen en de boerderij maakte Froukje ook fruit en groenten in. Die gingen allemaal in de kelderkast. Froukje stond voor iedereen klaar en wist precies wie ze een plezier deed met peren en wie met appelmoes. Na het overlijden van Gaaije verhuisde ze na verloop van tijd naar de Tammingasingel, daar woonde ze nog bijna 10 jaar.
Froukje Lubbers was ook een hele gelovige vrouw. Ieder zondag werd kerk bezocht, hetzij in Winsum hetzij Sauwerd. En Froukje werd ook ouderenbezoekster. Later volgde ze de diensten thuis met de kerktelefoon.
Zorgen was een rode draad door haar leven. Tijdens de dankdienst voor haar leven lazen we Psalm 23 De Heer is mijn Herder. Die gaat juist over hoe God zorgt. Na al haar zorgen mag ze zich aan zijn goede zorgen toevertrouwen. Ik weet niet of er potjes peren of appelmoes in de hemel zijn. Maar het zal haar zeker aan niets ontbreken. Zij die altijd iedereen verzorgd heeft mag zich laten verzorgen.
ds. Ruth Renooij