Ikie Veldman-Meijer

Ikie Veldman

 

 

 

 

 

 


In Memoriam Ikie Veldman-Meijer
* 31 juli 1944 † 13 december 2021

Ikie had reuma, een akelige ziekte die maakte dat ze vanaf haar 32e pijn had, steeds minder kon, en voortdurend moest worden geopereerd – letterlijk ontelbare keren. Ze was vaste klant op het UMCG en had een grenzeloos vertrouwen in dokter Boerboom. Haar ziekte ging helemaal in tegen wie zij wilde zijn: onafhankelijk, en er voor anderen zijn. Zo was haar gevecht, bijna levenslang. En ondanks tegenvallers, elke keer weer, wilde ze verder – ze wilde léven. Zat nooit bij de pakken neer. Wat geweest is is geweest, en ze keek weer naar de toekomst, altijd weer, naar wat nog wél kon. Wat niet wil zeggen dat ze geen vragen had: waarom? waarom deze ziekte? waarom ik? De dominee die aan haar ziekbed kwam verprutste het: ‘alles was voorbeschikt’ -zei hij. Met zo’n god kon ze niet leven en ze ging nooit meer naar de kerk. En hoewel ze troost vond in de liederen van vroeger, nam ze innerlijk afstand tot een god die alles voor ons beschikt. Daar kon ze niet mee leven. Alles in haar verzette zich daartegen.
Jaren later mocht ik langskomen. Ik schijn toen gezegd te hebben: ‘Ikie, als je per se wilt vasthouden aan dít godsbeeld, het beeld van een god die alles heeft voorbeschikt, dan moet je misschien naar een andere kerk toe. Een kerk waar ze inderdaad geloven in een god die alles van bovenaf regelt, die de een vroeg laat sterven, en de ander een lang leven gunt, al dan niet gezond of ziek. Maar míj is zo’n geloof vreemd.’ Ze keek er van op. Het geloof kreeg nog een kans. En langzamerhand kwam er bij haar ruimte voor een ander godsbeeld, of liever gezegd: voor géén godsbeeld. Want de bijbel zelf verbiedt het dat wij ons een beeld, zelfs een denkbeeld van God maken. Wél wordt Hij zichtbaar in het leven van Jezus wiens komst wij vieren met Kerst: Licht in de onze duisternis, hoop voor de toekomst. In feite leefde Ikie al zo: altijd aandacht voor de ander, nooit zelf klagen, elke keer weer opstaan en verder gaan. Hoewel: haar innerlijk verzet was er niet minder om:de rolstoel bleef in Saaxumhuizen ongebruikt in de hoek staan, pas in Winsum ging ze hem gebruiken. En als je vroeg; “Hoe gaat het?”, was het antwoord altijd: “Goed”.
Na de verhuizing naar Winsum ging Ikie weer naar de kerk. En we spraken over artikelen en preken die haar aanspraken, of juist niet. Want ze kon ook heel zwart-wit en snoeihard oordelen. Maar wist dat altijd te motiveren. Ze kon niet tegen een al te gemakkelijk optimisme – dat was haar te simplistisch – dat ontkende de moeiten en de zwaarte van het leven. Terugkijkend op haar geloofsstrijd zag ze in dat de god van de fundamentalisten en die van de atheïsten eigenlijk niet eens zo heel veel van elkaar verschillen; beiden weten precies hoe god in elkaar zit en laten geen ruimte voor wie God zelf is: “Ik zal er zijn voor jou”. Maar de ruimte die de bijbelse God geeft, vraagt Hij ook voor zichzelf: pin me niet vast op een beeld – sla het stuk – Ik ben groter dan jij kunt denken. Een mysterie, zoals elk mens een mysterie is dat ruimte nodig heeft om te gedijen. Daardoor vond Ikie een nieuwe weg in het geloof, ze werd opgewekter, vond ruimte waar ze zich voorheen klemgezet voelde. Ikie gaf die ruimte trouwens ook aan anderen, vooral aan Piet, met zijn vele vrijwilligerswerk voor kerk, politiek en maatschappij. Zij was er voor het gezin en het bedrijf, en steunde hem bij al wat hij deed: ze stond er voor de volle honderd procent achter.
En dan haar kinderen en kleinkinderen op wie ze dol was, meeleefde met alles wat ze meemaakten. En zo nodig een bemiddelende rol speelde. Je kon altijd op haar rekenen, ondanks haar eigen ellende. Zo was ze, behalve een vechter voor zichzelf, een vredestichter voor anderen, met haar luisterend oor, haar begrip, haar liefde. Ze had in haar jeugd min of meer geleerd de tweede plaats in te nemen, zichzelf weg te cijferen, doordat alle aandacht uitging naar haar zieke tweelingzus, die aan MS leed, en die ze - achterop de motor van haar vader – bezocht in Heliomare, een van oorsprong katholiek revalidatiecentrum in Wijk aan Zee. Ze verloor haar zusje te jong, evenals haar vader. Ze verloor haar gezondheid te jong, maar niet haar innerlijke kracht. En die gaf ze door, aan wie haar lief waren. Als een les om nooit bij de pakken neer te zitten, dóór te gaan, dóór te vechten. Zo heeft ze in veler leven een steen verlegd, een leven een andere wending gegeven, hoop laten zien in plaats van wanhoop. Als het waar is wat op de eerste bladzijde van de bijbel staat dan is de mens geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. En dan kan elk mens een venster zijn op het goddelijk licht, ook al is dat venster soms verduisterd. Door Ikie hebben wij ook haar Schepper leren kennen, die leeft in het ontoegankelijk licht. Wij komen er allemaal vandaan – het is ons aller oorsprong, en dat vieren we met Kerst. En we keren er ook allemaal naar terug, naar dat licht, waarin Ikie nu al is opgenomen. Terug naar haar Schepper.

Ds. Ignace Frénay