Gerrit Klooster

Gerrit Klooster

 

 

 

 

 

 

 

 

In memoriam Gerrit Klooster
*3 november 1940, Bedum  †10 september 2019, Winsum

Elke zondag was hij er. Hij verliet dan als eerste de kerk, met zijn rollator achter de dominee en de kerkenraadsleden aan. Tot augustus. Een hersenbloeding richtte blijvende schade aan, later kwamen er nog twee. Vanzelfsprekend vond de uitvaart plaats vanuit de Centrumkerk. Behalve in de kerk kwam hij ook altijd op de zaterdagavondsoos.
Het levensverhaal van Gerrit stond een half jaar geleden in Klankbord, door hem zelf verteld met hulp van Nelleke, zijn vaste begeleidster naar de kerk. Voorop een mooie foto van hen samen. Hij vertelde over zijn jeugd in Bedum, zijn overleden gehandicapte zus, zijn onderwijs, het werk in Uithuizen en het thuis dat hij vond bij NOVO op het Hoge Heem (nu Cosis) toen moeder hem niet langer kon verzorgen, het mannenkoor waarin hij graag zong, en dat hij wierook maar vond stinken. Sommige dingen zaten heel goed in zijn geheugen! Hij was erg gesteld op zijn zus Trijn, zijn neef Egbert en de andere neven en hun kinderen en begeleider Henk. Maar ook veel anderen kregen vaak een telefoontje van hem: ‘Hou is ‘t?’
Bij het handenschudden na de kerkdienst en op andere momenten werd hij altijd emotioneel. Voor een deel door zijn medicatie. Maar ook omdat hij het hart op de goede plaats had zitten. Wat niet betekende dat hij niet ook kon kibbelen, met zijn overleden ‘vriend’ Wobko bijvoorbeeld. Gerrit heeft al met al een goed leven gehad. En het was goed dat hij er was.
Tenslotte zongen we Psalm 23, ‘de Heer is mijn herder,’ zijn keuze. En andere liederen van vroeger. ‘Ik ga slapen, ik ben moe, ’k sluit mijn beide ogen toe’ net als bij zijn oudste zus was gebeurd. Zijn lichaam ligt nu bij haar en hun ouders in Bedum.

Ds. Harmen Jansen

Interview* met Gerrit in Klankbord >>>>>
*In het interview staat psalm 123, dit moet psalm 23 zijn

Hieke de Vries-Holwerda

Hieke de Vries 

*Anjum, 19 februari 1931   † Groningen, 10 juli 2018

Op zaterdag 14 juli was de dankdienst voor haar leven in de Centrumkerk, met prachtige gesproken en gezongen bijdragen van haar gezin en ook van ‘haar’ cantorij. De dinsdag ervoor was ze overleden in het ziekenhuis. Daar was ze geopereerd na een val. Het leek eerst goed te gaan. Maar haar lichaam kon er niet meer tegenop. Dat had zeker de laatste tien jaar al op verschillende fronten gehaperd. Steeds kwam ze weer terug. En dan zagen we haar weer in de kerk samen met Tamme.
Samen waren ze onlangs 65 jaar getrouwd en dat was nog gevierd met de complete familieschare. Ze was de trotse mem van zeven kinderen en beppe van vijftien kleinkinderen en ook oerbeppe van vijf achterkleinkinderen. Die waren alle kanten uitgewaaierd. Ze vond het prachtig en waardeerde de warme aandacht die ze van hen allemaal kreeg bij het ouder worden diep. En nog altijd woonde het echtpaar zelfstandig!
Echte Friezen waren ze en waren ze gebleven. Doordat Tamme bedrijfsleider was geworden in Bedum was het toen nog jonge gezin in Winsum uit Hurdegaryp komen wonen. Ze moest wennen, maar legde een enorme gastvrijheid aan de dag. Er waren kostgangers, op allerlei momenten werden mensen die het in haar ogen nodig hadden uitgenodigd aan te schuiven en haar Bed&Breakfast stond een tijd met stip op nummer een. En ook op de Jan Boerhof stond haar deur letterlijk altijd open.
Hieke heeft orgel gespeeld in de Twaalf Hoven en was tot ongeveer haar tachtigste lid van de cantorij. Want zang en muziek waren haar lust en haar leven. Ze had grote zangkwaliteiten die ook door anderen waren opgemerkt. Ze genoot nog lang pianoles van Pieter Pilon. En ging graag naar uitvoeringen van bijvoorbeeld Bachs Mattheuspassion.
Op haar laatste avond heeft haar hele gezin zingend rond haar bed gestaan. Swing low, sweet chariot. Maar tot ver buiten haar gezin was ze werkelijk een ‘gezien’ mens. En voor haar had dit de kwaliteit van gezien zijn door de Eeuwige zelf. Als zijn Aangezicht over ons oplicht kun je je in vrede neerleggen en inslapen. Zo lazen en zongen we uit Psalm 4, voordat ze begraven werd op de begraafplaats Obergum.
Ds Harmen Jansen

Wobko Deemter

 
Wobko Deemter

 * 1 augustus 1932   † 13 augustus 2018

Wobko kwam elke zondag in de kerk. Met zijn rollator ging hij ook als eerste of tweede achter de dominee en de kerkenraadsleden aan de kerk uit. Tot mei jongstleden. Zijn gezondheid liet het niet meer toe en hij raakte een paar keer in het ziekenhuis. Het was voor hem verwarrend, maar hij wist wel dat als je oud wordt iedereen wel wat krijgt.
‘Wobko was Wobko’. Het tweede kind van het gezin Deemter in Sauwerd ging heel lang gewoon mee naar de lagere school, maar kwam tenslotte in het speciale onderwijs. Wobko had beperkingen. Hij kon bijvoorbeeld maar één taal spreken: het Gronings. Hij had ook talenten. Hij wist uitstekend de weg, waardoor hij goed bezorgwerk kon doen. Hij had muzikaal gevoel en kon mondorgel en orgel spelen zonder een noot te lezen. En hij kon keihard werken. Dat deed hij jarenlang in de buitendienst van de gemeente Sauwerd. Daar hoorde ook vuilnis ophalen bij inclusief de ‘tonnetjes’. Welke vroegere vuilnisman krijgt op zijn uitvaart daarover nog een toespraak van een oud-wethouder? Hij wel.
Wobko kon een potje breken bij zijn familie en zijn dorpsgenoten. Hij deed dingen die een ander niet deed en dat leverde prachtige anekdotes op. Daaruit bleek ook dat hij met liefde en respect omringd geweest is, door zijn familie, zwager Elte als zijn vertrouwenspersoon, door dorpsgenoten, medebewoners en begeleiders. Na het overlijden van zijn ouders en het inwonen bij een zus werden andere oplossingen voor begeleid wonen en werken noodzakelijk. De laatste fase van zijn leven woonde hij in het Hoge Heem en was hij kerkganger in onze gemeente. Ook doordeweeks, want de verbouw van de kerk en de afbraak van de pastorie nam hij dagelijks in ogenschouw, zittend op zijn rollator. Nieuws over dominees in de kerkbode vond hij ook interessant. En hij was een trouwe gast in de zaterdagavondsoos, net als dat eens per week eten met zijn vriendin Janny vaste prik was.
Zijn trouwe aanwezigheid in de kerk liet zien dat de boodschap overgekomen was dat ook hij helemaal bij de gemeenschap van de Heer hoorde en dat de eretitel ‘kind van de hemelse Vader’ ook op hem van toepassing was. En dat is eigenlijk een indrukwekkend getuigenis.
 
Ds. Harmen Jansen

Guus van der Lubbe


Guus van der Lubbe

 

 

 

 

 

Augustinus Cornelius van der Lubbe

*5 mei 1957 Den Haag - †17 april 2018 Den Andel

Guus was een kleurrijk mens. Hij groeide op in een rooms-katholiek gezin in Winterswijk. Vader was graficus, moeder heel sociaal voelend. Guus leerde het vak van zijn vader, maar zijn hart lag in het maken van beeldende kunst. Hij studeerde daarin met lof af. Hij was werkplaatsassistent op de kunstopleiding van Artez. Als ‘ijzerkunstenaar’ laste hij van oude stukken landbouwgereedschap vreemde vogels. Hij maakte graag ‘punky’ muziek met vrienden, of prachtige verstilde foto’s van het Groningse Hogeland.
De wereld zat volgens Guus niet goed in elkaar. Kon er dan wel een God zijn? Het leven ging hem niet gemakkelijk af. Met Nicolet kreeg hij drie kinderen, maar de eerste, Tim, moesten ze al snel aan de dood afstaan. En Guus worstelde met stoornissen die medicijngebruik nodig maakte. Het gezin ging door diepe dalen toen het eigenlijk op alle fronten mis met hem ging. Met elkaar hebben ze een weg gevonden om toch op elkaar betrokken te blijven.
Guus had een zorgzaam hart voor kwetsbare mensen en hechtte veel waarde aan vriendschappen. Hij was vrijgevig en gevoelig voor onrecht, maar ook geestig. Hij dacht terecht dat hij belangrijke waarden van die man van Nazareth wel trouw gebleven was! Uitgerekend op Goede Vrijdag kreeg hij in het ziekenhuis te horen dat hij niet lang meer te leven had. Zijn gezondheid was al slecht, maar dit was heel bitter. Met dochter Marieke in verwachting van een tweede kindje, en dochter Foske, half bij hem inwonend, een examen voor de deur had hij nog een taak! Hij vond toch aanvaarding en ruimte om liefdevol afscheid te nemen van zijn naaste familie en vrienden. En bij het Vaarwel in het overvolle kerkje van Westernieland met veel warme woorden van familie en vrienden klonken ook de woorden uit de Bergrede: ‘gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden.’

Harmen Jansen

Rigtje Janzen

In memoriam Rigtje Janzen

Rigtje Janzen

 

 





*18 maart 1940, Oosterbierum - †3 april 2018, Winsum

Rigtje Janzen was geboren in een hervormd gezin in het Friese Oosterbierum. Na de huishoudschool en de INAS kreeg ze werk in de huishoudelijke dienst in het Eykmanhuis in Driebergen, een opleidingsinstituut van de Ned. Herv. Kerk. Daar leerde ze Elly Vos kennen. Ze trokken samen naar Amsterdam, maar Elly kwam van het Hogeland en dat trok. Ze kwamen op een boerderijtje terecht in Den Andel. Rigtje werkte nog lang in Middelstum, Elly moest het door ziekte laten afweten. Tot voor kort hielden ze nog schapen, maar het werk in huis en tuin en met de dieren groeide hen op den duur boven het hoofd. Zonder trouwe en vriendschappelijke hulp uit de buurt en thuiszorg hadden ze veel eerder van hun geliefde plekje afscheid moeten nemen. Ze kwamen pas vorig jaar beide naar Winsum, eerst op twee verschillende plekken, maar een paar weken geleden kwamen ze dan toch weer dicht bij elkaar in de Twaalf Hoven. Rigtje ontving je altijd vriendelijk en heel open. En de jaren door was er een band met de kerk gebleven. Wat genoot ze in de periode in Winkheem van de Avondmaalsdienst. Oude psalmen waren haar altijd bij gebleven en hielpen haar door de moeilijke momenten heen. Na haar overlijden is ze overgebracht naar haar zus in Friesland. In Oosterbierum is er een afscheidsdienst gehouden op zaterdag 7 april. Daar is ze ook begraven. ‘Ik heb u bij uw naam geroepen. Gij zijt mijn’, staat er boven de kaart.

Ds. Harmen Jansen

Derk Berghuis

* 5 augustus 1941 - † 23 september 2017

76 jaar is hij geworden. Dick was geboren en getogen in Pieterburen in een klein arbeidersgezin, met de grootouders vlakbij. In het gezin van een van zijn beste vrienden vond hij er ook zijn vrouw, Auktje. Meer dan vijftig jaar waren ze samen. Hij was slim genoeg voor de ULO, maar de technische school in Wehe beviel hem beter. Auto’s hadden zijn grote belangstelling. Tussen de DAF-trucks, de collega´s en de klanten van de garage waar hij magazijnmedewerker was, was hij in zijn element. En ook na zijn pensioen bleef hij er vaak komen, vanwege de contacten. Zijn moeder leunde op hem, dochter Rita kreeg ook alle steun en belangstelling. Zijn vrouw Auktje kon ook op zijn sterke stimulans rekenen. Zo kwamen ze in het huis-met-kantoor te wonen aan de Hoofdstraat W in Winsum, waar zij verzekeringen deed en hij groente kon kweken. Samen hebben ze genoten van veel zuidelijke vakanties. Dit jaar werd hij ongeneeslijk ziek. Hij wist vrede te sluiten met het onverbiddelijke afscheid. ‘Ik heb veel geluk gehad.’ Dick was altijd blijven bidden aan tafel. Na de afscheidsdienst hebben we aan het graf dan ook met ‘zijn’ Onze Vader hem opgedragen aan de Eeuwige. Hij is ‘afgereisd naar en ver en warm land’.

Ds. Harmen Jansen

Geertje Vos-Stokroos

*11 september 1938 - † 6 juni 2016

Vlak nadat ze thuis was gebracht uit het ziekenhuis op haar kamer in Winkheem en ook haar zoon Marten uit Nieuw-Zeeland was gearriveerd, kwam het levenseinde van Geertje Vos-Stokroos. Al jaren tobde ze met een slechte gezondheid. Het ging nu niet meer. Ze is 77 jaar geworden. Zij was sinds 2005 weduwe van Marten Vos. Toen ze met hem getrouwd was en op Tinallinge bij hem introk was hij weduwnaar met twee al oudere kinderen. Ze werd
stiefmoeder van Gerrit en Henk. Zelf werd ze moeder van Marten, Lodewijk en IJsbrand. Ze was geboren in Uitwierde in een heel groot gezin. De omstandigheden brachten met zich mee dat ze een tijd in een pleeggezin doorbracht. Met de twee zussen waarmee ze samen daar was ondergebracht, had ze een extra band binnen het gezin.
Ze was erg inschikkelijk. Eenvoudig en innemend. Dat was ze bepaald niet alleen als moeder voor de kinderen. Bij haar kon er heel wat meer dan bij vader die heel wat stugger en stroever was. Ze zag eigenlijk nooit veel kwaad in mensen. Toen haar eigen kinderen groot waren, had ze gelukkig nog de kinderen van het dorp om te verwennen. In Tinallinge was ze ook trouw lid van de vrouwengroep van de kerk. De vriendschap was blijvend.
Na het overlijden van haar man moest ze naar Winkheem. IJsbrand bleef in het huis, voor Lodewijk was een goede plek gevonden in Appingedam. Ze voelde zich snel thuis in Winkheem. Ze vond het zelf fijn als bezoekers van de kerk haar een stukje voorlazen uit de bijbel of een lied uit de kerkdienst of een gebed met haar deden. En wat was ze trouw aanwezig in de diensten, op haar plek dichtbij de deur. Vooral om zoon Lodewijk had ze nog wel willen blijven.
Ze hield van bloemen. En ze was een bloem, zo een die met open bladeren een lief hart laat zien. De grote Tuinman heeft haar nu geplukt voor zijn bonte boeket. In woorden van Psalm 103: ‘De mens – haar dagen zijn als het gras, als een bloem die bloeit op het veld en verdwijnt zodra de wind die verzengt. Maar de HEER is trouw’.
Op vrijdag 10 juni klonken er warme woorden en muziek tijdens de crematieplechtigheid in Groningen, waar haar (stief)kinderen, (stief)kleinkinderen, familie en vrienden met liefde voor haar bijeen waren gekomen.

Ds. Harmen Jansen

Timen Hiepko Top

 Timen Top

 

 

 

 

*10 maart 1945 - † 3 juni 2016

Op moederdag was Timen nog in de kerk. Het was voor het laatst. Vorig jaar luidde de diagnose dat hij ongeneeslijk ziek was. Bijna een jaar wist hij nog op de been te blijven, letterlijk en figuurlijk.
'Bij Timen kreeg je geen natte voeten.' Aldus Baukjes samenvatting. Timen was betrouwbaar, zorgzaam en een doener, praktisch en oplossingsgericht. Hij heeft in verschillende functies bij Rijkswaterstaat gewerkt. Gedurende zijn loopbaan leerde hij herhaaldelijk bij. Het water trok sinds de kennismaking met het varen in zijn jeugd via scheepvarenden in de Groningse stadsbuurt waar hij opgroeide. Plagerig had hij overigens ook wel eens mensen expres natte voeten bezorgd.
Baukje kwam ook uit Stad. Het jonge stel trouwde in een tijd van woningnood, bijna 49 jaar geleden. Via de bovenverdieping aan het Winsumerdiep en een woning aan de Schepperijlaan waren ze in 1978 op Steenbakkerij 49 terecht gekomen. Ze kregen twee kinderen, Bertolt en Coranne.
Timen was ook een verwoed fietser. Een man met een positieve instelling. Hij genoot enorm van de kleinkinderen en van de kinderen in de buurt. Hij werkte letterlijk op hoog niveau mee aan de laatste vernieuwbouw van de kerk. Balanceren op palen was hij wel gewend. En ervaring met klussen had hij daarvoor opgedaan met zijn tweede huis in Zweden en de jaren door met het vele kluswerk bij de kinderen en anderen. Timen was in staat om mensen te krijgen waar hij ze graag hebben wou, ook als anderen riepen dat hij kansloos was.
Ook zijn ziekte behandelde hij als een project: vasthoudend zoeken naar medische kansen, met overtuiging zich onderwerpen aan onderzoeken, ook voor de ‘second opinion’. Tranen kwamen er niet in zijn woordenboek voor. Maar ondertussen trof hij wel heel realistisch voorbereidingen voor het naderend afscheid en bleef hij volop leven zolang dat maar mogelijk was, oprecht betrokken ook bij de ontwikkelingen om hem heen. ‘Het is zoals het is’ luidde zijn formule voor de aanvaarding van de situatie. Heb je meer rechten dan anderen die hetzelfde overkomt?
Kort nadat hij te horen kreeg dat hij definitief niet in aanmerking kwam voor een experimentele behandeling brak de lichamelijke weerstand. Hij is thuis temidden van zijn gezin overleden.
Hij had zijn weg volbracht. In de afscheidsdienst op 9 juni lazen en zongen we onder andere Psalm 121 over de hulp onderweg op de tocht door het leven en hoe we ons ‘bewaard’ mogen weten door de Eeuwige. En Timen had duidelijk de sympathie van veel mensen.
De crematie vond plaats in Groningen.

Ds. Harmen Jansen