Willem Maring


Willem Maring

 

 

 

 




Willem Jan Jakob Maring
*Warffum, 8 augustus 1941 – † Winsum, 25 april 2019


Op Goede Vrijdag wordt de grote kaars in de kerk altijd plechtig uitgeblazen. Op Stille Zaterdag 20 april bleef hij tijdens de dankdienst voor het leven van Willem Maring daarom uit. Het paste goed. Ook de kaars van zijn leven was opgebrand.
Op zijn veertiende zat hij al in de cabine als bijrijder bij zijn broer Marten. Vader had een bodedienst. Met grote wagens door het land rijden voor het vervoer van aardappels, stenen of suikerbieten werd ook zijn lust en leven. In Fien Wildeboer uit Uithuizen had hij 55 jaar geleden de vrouw gevonden die met laat thuis komen van haar man wel kon omgaan. Samen werd een nieuw huis in de Terpstraat betrokken. Het werd ook weer een gezin met drie jongens. Kinderen uit de buurt mochten wel eens een rondje meerijden. Willem was een kindervriend die het ondeugende kind in zichzelf nooit helemaal achter zich gelaten had. Hij was wel eens opvliegerig en in zijn opmerkingen niet altijd tactisch. Maar hij hield ook van gezelligheid en bracht die ook met zich mee. Alles moest in het gezin altijd gevierd worden, ook zwemdiploma’s. En als hij boodschappen moest doen kwam hij vaak met meer thuis dan er op het lijstje had gestaan. Zoals Willem ook niet al te streng was als het ging om naar de kerk gaan.
18 april 1988 bracht een verkeersongeval het einde van dit werk. Alle jongens nog thuis. Vroegpensioen. Met wel een mooi huis op de Lombok en veel met de caravan op pad. Maar met heimwee naar de diesellucht. Op 12 mei 2003 kwam ook aan die al met al toch mooie periode een einde. Een hersenbloeding met blijvend zware afasie als gevolg. Zestien moeilijke jaren volgden nog van gevangenschap in een lichaam dat hem ernstig beperkte en ook zijn vrouw vanwege de noodzakelijke zorg steeds meer aan huis bond. Bijna alle kleinkinderen hebben alleen deze opa gekend. Het was wel duidelijk een opa die genoot van de gezelligheid die kinderen en kleinkinderen brachten en die van een lolletje hield.
In de loop der jaren werden de fysieke problemen steeds groter. In de dagopvang op de Twaalf Hoven vond hij wel een warm en begripsvol tweede thuis. Maar thuis zijn aan de Lombok bleef nummer 1. Door de grote ramen had hij vrij uitzicht op alle passanten. En werkelijk elke zondag werd daar de kerkdienst via de kerkomroep bijgewoond. Daar is hij ook overleden, nadat zoon Katharinus nog één keer de vrachtauto voor de deur had laten brullen en er aan zijn bed ook was gezongen, wat hem zelf altijd beter was blijven afgaan dan praten.

Wentel je weg op de Heer, hij zal het maken, was de trouwtekst geweest. Het is oude taal van de Psalmen voor de opdracht om juist in de moeilijke omstandigheden en onverwachte tegenslag op innerlijke hulp van God te blijven hopen, op geestkracht en liefde. Ze hebben het samen gedaan. En daardoor is het gelukt om de tocht door de laatste zestien jaar ook samen tot een goed einde te brengen. Willem zag het einde komen en vond het goed. Al biggelden er ook tranen over zijn wangen van verdriet over het loslaten van zijn gezin.

Het is volbracht. Zo klinkt er op Goede Vrijdag. Willem moest ook een kruis dragen. Maar we konden de zon van Pasen die zaterdag zien schijnen, van het feest dat God zijn geliefd mensenkind door de dood heen naar zichzelf toehaalt zodat de dood niet het laatste woord heeft.

Ds. Harmen Jansen